Ús Namme

HOE KOMME WY OAN DY NAMME?

Maria Tesselschade Roemers(dochter) Visscher (Amsterdam 25 maart 1594 – aldaar 20 juni 1649), door haar vader zo genoemd vanwege door hem geleden averij bij Texel, was een Nederlands dichteres en graveerster.

8162534
Ze was de dochter van Roemer Visscher en de elf jaar jongere zuster van Anna Roemers Visscher. Bij haar ondertrouw te Amsterdam met Allart Janz. Crombalch, van Alkmaar, op 1 november 1623, gaf zij op 28 jaar te zijn – de bekende vergissing van de enigszins bejaarde bruiden van vroeger tijd – en vestigde zich nadat het huwelijk voltrokken was te Alkmaar, waar haar evenzeer ouderloze man, een gewezen officier, in 1634 overleed. Zij had daar ook haar beide dochtertjes verloren,en keerde alleen naar Amsterdam terug om andermaal – doch onder de kennelijke invloed van doorgestaan leed en klimmende jaren – het sieraad te zijn van de Muiderkring. Zelden worden zoveel gaven van lichaam en geest verenigd gevonden, en nog zeldzamer door ieder bewonderd, gewaardeerd en gegund. Ook van haar, gelijk van haar vader en haar zuster zijn de tijdsbepalingen van haar levensbericht zeer onvolkomen. Een familieaantekening luidt: nicht maria tesselschae Salgr. overleet 20 Juni 1649, R.I.P., en het grafboek van de Oude Kerk heeft: 24 Juni 1649, Tesselscha Roemer Visschers, wed. van Allart Crombalck, comt van de [Nieuwe-Zijds?] Colck; is 2 uijren beluijt met de grote clock.

8162555

Haar bekendste werk is Onderscheyt tusschen een wilde en een tamme zangster.

8162594

 Roemer Visscher

Roemer Visscher (Amsterdam 1547 – aldaar begraven 19 februari 1620), aldus geheten naar zijn grootvader van moederskant, was een Nederlands graanhandelaar en auteur.8161478

Hij werd geboren te Amsterdam, waar hij koopman was. Aldaar beoefende hij met vrienden als Coornhert en Spiegel de letteren en vormde in zijn woning de vermaarde kring waarin jongeren hun leiding ontvingen, zijn beide dochters Anna en Maria Tesselschade schitterden, en de poëzie met de fraaie kunsten in bloei en achting waren, gelijk later ook op het slot van Muiden. Het begraafboek van de Oude kerk in zijn geboortestad heeft op 19 februari 1620 deze aantekening: “Roemmer Vysker, wonende op dye engelse kay in de Korrendrager”.

t-lof-van-de-mutse

werk: “t Loff vande mutse, ende van een blauwe scheen (Leiden, 1612):
Sinnepoppen (Amst. z.j. 2e dr., door zijn dochter Anna uitgegeven; 3e dr. Amst. 1614);
Brabbeling (Amst. 1614. ald. 1669).Hij werkte ook mee aan de The-spraeck van de
Nederduitsche Letterkunst uitgeschreven bij de Rederijkerskamer In lief bloeiende (Leiden, 2e dr. 1649)